
In Rusland staat een motorclub volledig in dienst van de overheid. De centrale figuur onder de onderuitgezakte onderdanen achter de brede sturen heet Aleksandr Zaldastanov. Samen met Vladimir Poetin maakt hij regelmatig een tochtje op de motor. Van metalhead uit de underground van Moskou werd hij de leider van Night Wolves MC, een keiharde bondgenoot van het Russische regime.
Aleksandr Zaldastanov werd op 19 januari 1963 geboren in Kirovograd, het huidige Kropyvnytsky in het centrum van Oekraïne. In 1984 studeerde hij af aan het Instituut voor Medische Tandheelkunde in Moskou. Daarna liep hij een stage die leidde tot de specialisatie ‘posttraumatische gelaatsdeformaties’. Vanwege zijn beroep krijgt hij de bijnaam ‘chirurg’. In de jaren tachtig hangt hij na zijn werk rond tussen punks en hippies. Ook woont de Oekraïense Rus een tijdlang in West-Berlijn waar hij kennismaakt met de Hells Angels. Die ervaring neemt hij mee naar Moskou waar hij claimt de eerste MC – motorclub - van de Sovjet-Unie te hebben opgericht.
In de loop der jaren verandert hij een groep criminele motorrijders in de trouwste dienaren van het Kremlin. Om zijn positie als protegé van Poetin veilig te stellen, is ‘chirurg’ tot alles bereid. In de zomer van 2015 opent Zaldastanov zelfs de aanval op de Hells Angels en Bandidos. Hij wil ze laten opnemen in de ‘patriottische verbodslijst’ van de Russische overheid. Als reden voert hij aan dat de MC’s als buitenlandse organisaties de Russische wetten niet na zouden leven. Normaal gesproken is onder de leden van motorclubs politiek een taboethema. Night Wolves MC is op zichzelf al een politieke instelling. De leden zijn fans van de Sovjet-Unie, Stalin én Vladimir Poetin. Die liefde steken ze niet onder stoelen of banken. In 2015 was Zaldastanov een van de oprichters van de anti-Majdanbeweging. Poetin gaf hem daarvoor hoogstpersoonlijk een lintje. Maar ‘chirurg’ en zijn mannen strijden niet alleen tegen de toenmalige volksprotesten in Oekraïne. Alles wat ook maar iets te maken heeft met burgerlijke vrijheden of democratie is voor de motorrijders van het Kremlin uit den boze.
In een interview uit die tijd zegt de voorzitter van de Russische motorclub: “Ik raak er steeds meer van overtuigd dat het Westen onze vijand is.” In 2014 stellen de Night Wolves hun loyaliteit aan de regering onder bewijs door een energiecentrale en een basis van de Oekraïense marine op de Krim te bestormen. Een niet al te gevaarlijke opgave, omdat het schiereiland sowieso zonder slag of stoot wordt veroverd door de Russen. In de separatistische regio’s in Oost-Oekraïne richtten leden van de MC eigen chapters – onderafdelingen – op. Ze werken er fanatiek mee aan de russificatie en de uiteindelijke inlijving door Rusland in 2022. Sinds de invasie vechten enkele leden van Night Wolves en de aanverwante vrouwelijke motorbende Night Walkiry in de Russische eenheid ‘Pjatnasjka’ aan het Oekraïense front.
Jaarlijks wordt rond 9 mei ook een ‘tocht van de overwinning op Nazi-Duitsland’ georganiseerd. Vóór de invasie van Oekraïne was het doel van de motorcolonnes vanuit Moskou steevast Berlijn. Een doel dat meestal aan de grens met de EU al bereikt was, omdat de Poolse douane ter plekke de Schengenvisa van de bonkige mannen in leer annuleerde. Tegenwoordig is de bestemming van de hoofdgroep de bezette en verwoeste Oekraïense havenstad Marioepol. In Duitsland zelf wordt ook na de invasie nog steeds een ‘bevrijdingstour’ georganiseerd. De groep bestaat uit dertig tot veertig Russen met een Duits paspoort, Tsjechische en Slowaakse sympathisanten van de Night Wolves MC Europe en een enkele verdwaalde Duitser. Door de politie op de voet gevolgd, proberen de pro-Russische motorrijders met bezoeken aan monumenten ter ere van gevallen Sovjetsoldaten en voormalige concentratiekampen de aandacht te trekken.
Aleksandr Zaldastanov staat sinds juli 2022 op de sanctielijst van de EU wegens propaganda en ondermijnende activiteiten tegen de soevereiniteit van Oekraïne. In 2014 al - na het bekend worden van zijn rol op de Krim - verklaarde de Amerikaanse overheid hem tot persona non grata. Daarnaast staan ook de Night Wolves-leden Andrej Bobrovskiy uit Belarus en Jozef Hambálek uit Slowakije op de lijst van gesanctioneerde personen. Neonazi Hambálek is president van Night Wolves MC Europe. Op zijn landgoed traint hij vrijwilligers voor deelname aan de kant van de agressor. De populistische Slowaakse premier Robert Fico kon zijn pro-Kremlin landgenoot in een koehandel om het zoveelste sanctiepakket weer laten verwijderen van de EU-lijst. Alexej Weitz is de spiritueel leider en contactpersoon voor de Russisch-orthodoxe kerk. Hij belandde als vierde en voorlopig laatste nachtwolf op de Europese sanctielijst.
Want om de verwarring nog groter te maken, zijn de regeringstrouwe motorrijders ook nog eens diepgelovig. De term 1%MC wil normaal gesproken zeggen dat de leden ervan zich niet door nationale wetten gebonden voelen. Het percentage is gebaseerd op een uitspraak van een lid van de Amerikaanse Associatie van Motorrijders na een incident in 1947. Hij zei dat 99% van alle motorrijders fatsoenlijke burgers zijn. De clubs die zich een crimineel outlaw-imago aan wilden meten, noemden zich vanaf dat moment 1%MC. De orthodoxe Russen rond Zaldastanov hebben hun eigen interpretatie: ‘Wij zijn Russische motorrijders, en 1% van onze aanwezigheid in de motorcultuur wordt uitgedrukt in de woorden van het Evangelie: ‘Ik zeg u: Zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben,’ aldus de inleidende tekst op de site van de vereniging ‘Russische motorrijders’. De club met de brave naam is een initiatief van ‘chirurg’ voor pelgrimstochten op de motor. In bombastische video’s met brandende kruizen en nors kijkende breedgeschouderde mannen wordt getoond hoe iconen en relikwieën in lange colonnes door Rusland, Belarus en andere voormalige Sovjetrepublieken worden gereden. De Russisch-orthodoxe kerk leent zich maar al te graag voor de propagandastunts ter meerdere glorie van de ‘Russische wereld’ van Vladimir Poetin. En om de puntjes op de i te zetten is de Tsjetsjeense leider, Poetinvazal en overtuigde moslim Ramzan Kadyrov erelid van Night Wolves MC.
Op 1 juni van dit jaar vierden de leden van de motorclub hun 35-jarige jubileum. Het hoofd van de nationale verkeersinspectie spreekt zijn beste wensen uit: ‘Aleksandr, ik feliciteer jou en je team met dit jubileum! Je bent een echte patriot en een legende, de voorzitter van de belangrijkste motorgemeenschap van ons land, een vrije geest met vastberaden doelen! Namens alle medewerkers van de overheidsinspectiedienst voor de automobielsector spreek ik mijn dankbaarheid en waardering uit voor ons gezamenlijke werk op het gebied van verkeersveiligheid! Ik wens je voorspoed, trouwe vrienden en een gezonde geest!’ Elke motor-outlaw in het Westen zou zich doodschamen, maar ‘chirurg’ plaatst de boodschap vol trots op zijn sociale media. Zijn bikeshows, nieuwjaarsfeestjes voor kinderen en humanitaire hulp aan weeshuizen combineert Zaldastanov met een voortdurende propaganda voor het Kremlin.
Een goed beeld van Night Wolves en ‘chirurg’ geeft ook de film ‘Roeskij Reaktor’ (Russische reactor). Zaldastanov nam hoogstpersoonlijk de regie op zich. De honderdjarige geschiedenis van de Sovjet-Unie en Rusland van 1917 tot 2017 passeert de revue in een interpretatie die alle drogbeelden en complottheorieën van Vladimir Poetin in 35 minuten weet samen te vatten als de ultieme waarheid. De film baseert op de zogenaamde ‘bike-show’ die jaarlijks wordt gehouden in de door Poetin aan de Night Wolves geschonken thuisbasis in Sebastopol op de Krim. In feite is de film niet meer dan een hele slechte musical met marsmuziek, zware gitaren en een bulderende commentaarstem. Motoren, tanks en vliegtuigen, soldaten, juichende matrozen, groene mannetje en metalheads dansen over de bühne. In elk normaal land zou een dergelijke film als trash van de onderste plank gelden. Niet in Rusland. De film is een verplicht nummer op scholen, vakantiekampen en fabrieken. Ook de inwoners van de bezette Oekraïense gebieden moesten er inmiddels aan geloven.
De zelfbenoemde leider van alle Russische motorrijders weigerde een gesprek. Volgens oude bekenden heeft Sasja – de korte vorm van Aleksandr - er een gruwelijke hekel aan als er in zijn verleden wordt gespit. Zijn imago als Russische patriot zou bovendien een flinke opdoffer krijgen als hij zich zomaar in zou laten met de Westerse pers. Toch bestaan er ook in het huidige Rusland outlaws die weigeren zich in dienst van het Kremlin en Zaldastanov te stellen. Alik Goch uit Rostov aan de Don is een van hen. De motorfreak vertelt over zijn leven, de underground in de jaren tachtig, het ontstaan van de eerste MC in de Sovjet-Unie en de loopbaan van ‘Sasja-chirurg’ met wie hij lange tijd bevriend was.
Kun je iets vertellen over je jeugd?
‘Ik ben geboren in 1963 in Rostov aan de Don. Mijn vader werkte als rechercheur. Hij zat achter de boeven aan en lag dagenlang in hinderlagen op ze te wachten. Mijn moeder was actrice in het theater. Overdag repeteerde ze en ‘s avonds was er dan een voorstelling en ging ze uit. Ze waren dus altijd van huis. Ik was op mezelf aangewezen. Ik begon al heel vroeg met roken, drinken en rotzooitrappen. Ik was graag in het stadspark. Daar waren allerlei aparte mensen en leuke meisjes. Er viel altijd wel iets te beleven.’
En hoe ging het op school?
‘De eerste drie jaar was ik een uitstekende leerling. Toen verhuisden we naar een andere wijk en daar ging het mis. De laatste drie jaar werd ik bijna van school gestuurd vanwege mijn slechte gedrag. Maar uiteindelijk viel het mee en werd ik toch nog toegelaten tot het stedelijk instituut voor financiën en economie. Daar heb ik vier jaar lang gestudeerd.’
Hoe belandde je in de wereld van het motorrijden?
‘Al gauw ging ik experimenteren met het bouwen van lichte motoren. De meeste onderdelen daarvoor waren natuurlijk gestolen en daar was mijn vader niet blij mee. Hij besloot er een positieve draai aan te geven en schreef me in bij de motorcross. Daar zat ik een paar jaar bij. Eind jaren zeventig kreeg ik een ongeluk en daarna kon ik lang niet meer rijden. Daarom ging ik muziek maken. Ik begon te drummen en had al snel mijn eigen bandje op school. Bij ons in de buurt woonden toen zogenaamde ‘rockery’ – rockers - een groep van 7 of 8 man. Ze hadden lang haar, droegen broeken met wijde pijpen. Ze reden op Java-motors waar ze zelf brede sturen aan hadden gezet, zodat het een soort van choppers werden. Al scholier hielp ik ze met het wassen van die motoren. Ik werd aangetrokken door de geur van benzine, verbrand rubber en leer. Dus ik wilde zelf ook zo’n motor. Het leek me een mooi leven. Vooral hun vriendinnen waren heel tof, blond, slank, met lange benen.’
En al snel zat je zelf op de motor?
‘Zodra ik student werd, kocht ik mijn eigen motor en deed mee aan tochten die altijd eindigden in wilde drinkgelagen. Helaas kreeg ik een ongeluk dat een grote impact had op mijn verdere leven. We waren aan de Zwarte Zee. In dronken toestand viel ik van een grote hoogte. Ik raakte verlamd. Het kostte me bijna drie jaar om er bovenop te komen. Toen liet ik voor het eerst een baard staan. Dat werd mijn visitekaartje. Met ZZ-top had dat niets te maken. (lacht) Ik hield sowieso meer van Ramones en Sex Pistols. Maar drummen ging niet meer. Mijn benen en armen wilden niet meer luisteren. Dus werd ik DJ. Op het instituut organiseerde ik feesten en disco’s. Ook begon ik te werken in bars en clubs.’
Maar je studeerde nog steeds braaf?
‘Niet alleen dat, ik werkte ook nog. In die tijd was er in de Sovjet-Unie een wet die bepaalde dat alle studenten twee jaar in de fabriek moesten werken, als een soort van betaalde stage. ’s Morgens was ik op de werkvloer, overdag aan het instituut en ’s avonds DJ. Ik was toen al getrouwd. ‘s Avonds laat reed ik naar huis en de hele nacht wiegde ik dan onze kleine baby die maar niet wilde slapen.’
Werd je uiterlijk geaccepteerd in de fabriek?
‘Nee, ik kreeg al snel ruzie met de directie. Ze hielden zelfs een maandsalaris in, omdat ik zogenaamd iets fout zou hebben gedaan. Daarna zei ik dat ik niet meer zou komen. Ze dreigden met de rechtbank. Dan zou ik te werk worden gesteld, compleet zonder loon. Ik vroeg of ze wel eens bedrijfsongevallen hadden gehad. Ze ontkenden. Ik zei: “Dan zitten die er aan te komen.” Ze vroegen me: “Ben je gek?” Ik zei ‘ja’. Na mijn ongeluk was er namelijk een psychische afwijking vastgesteld. Daarom lieten ze me uiteindelijk zonder problemen gaan. Die afwijking was ook de reden dat ik niet in het leger heb gediend.’
En wat deed je met die plotselinge vrijheid?
‘Ik vertrok naar Moskou. In eerste instantie wilde ik een baan te zoeken en mijn gezin na laten komen. Maar mijn vrouw vertelde me op de valreep dat ze zich had laten scheiden. Zo was ik zonder doel alleen in de hoofdstad. De eerste drie dagen sliep ik op het station. En toen maakte ik langzamerhand kennis met de plaatselijke ‘neformaly’ – metalheads, punks, hippies, alles wat er maar was aan subculturen. En ik vond een onbewoonbaar verklaard flatgebouw. In een van die flats huisden nog steeds voormalige plaatsgenoten. Lui die tegen de Sovjets waren en in het liberale Moskou hun heil hadden gezocht. In een woning ernaast nam ik met een paar nieuwe vrienden mijn intrek. Alles werkte, elektriciteit en water. We zaten er goed en hoefden nergens voor te betalen.’
Wat deed je in Moskou om aan de kost te komen?
‘Via die plaatselijke ‘neformaly’ kwam ik bij het ‘Rock Laboratorium’ terecht. Een geluidsstudio annex concertzaal voor underground-muziek. Ik zat daar maar een beetje te zitten, totdat iemand me vroeg: “Wie ben jij eigenlijk?” Ik legde het uit en ze vertelden me dat ze me wel een baantje konden geven als garderobemedewerker. Er was daar geen garderobe, maar volgens de papieren bestond die baan wel. De overheid had er een budget voor gegeven. In de praktijk was ik gewoon uitsmijter. Omdat ik een andere functie uitoefende kreeg ik maar de helft van het salaris, maar dat kon me geen reet schelen.’
Het Rock-Laboratorium in Moskou was een in 1985 door de overheid gesticht organisatie om onafhankelijke rockbands en hun fans onder controle te kunnen houden. Voor die tijd werden vaak spontane concerten georganiseerd die de partijleiding een doorn in het oog waren. Bijna alle bands uit de hoofdstad waren aangesloten bij het ‘laboratorium’. In Leningrad, Sverdlovsk en Rostov bestond een vergelijkbare instelling met de naam ‘Rockclub’.
Kun je vertellen hoe het uitgaansleven er tijdens de perestrojka uitzag?
‘Concerten werden gehouden in zogenaamde cultuurcentra. Van die oude stalinistische hallen met rijen stoelen waar lezingen, jubilea en feesten werden gehouden. We gingen eens met een groep naar zo’n cultuurcentrum voor een concert van de rockband ‘Krematorija’. Er waren meer dan duizend ‘neformaly’. Iedereen danste tussen de stoelen, op de trappen en gangpaden. Voor me stond een enorme kerel met lang zwart haar. Hij had ook hele grote voeten, zoals later bleek. Hij sprong maar op en neer. Uiteindelijk ging hij op mijn voet staan. Zonder zich te verontschuldigen danste hij verder. Dat vond ik niet kunnen. Dus duwde ik hem in zijn rug. Er ontstond een woordenwisseling en we raakten aan de praat. We liepen na afloop samen naar buiten. Hij stelde zich voor als Sasja-chirurg. Ik vroeg hem waarom hij zo’n rare bijnaam had. Hij vertelde me dat hij als gezichtschirurg werkte. Hij zag dat ik problemen had met mijn tanden. Hij noemde de naam van de kliniek waar hij werkte en zei: “Als je een kaakchirurg nodig hebt, kom je maar langs.”’
En toen ging je naar hem toe?
‘Noodgedwongen, ja. Toen ik nog op school zat liep ik eens 's avonds over straat met een dure camera die ik van mijn vader had gekregen. Vier mannen vielen me aan, pakten de camera af en sloegen mijn voortanden uit met een boksbeugel. Alleen de wortels zaten er nog, die begonnen na al die jaren te rotten en het deed langzamerhand steeds meer pijn. Toen dacht ik aan Sasja-chirurg. Ik was opnieuw getrouwd, deze keer met een vrouw die geboren was in Moskou. Anders had ook niemand me als inwoner van Rostov in die kliniek binnengelaten.’
En je maakte een afspraak met ‘chirurg’?
‘Na een week mocht ik komen en zat in de rij te luisteren naar omaatjes die dokter Zaldastanov de hemel in prezen. Eindelijk ging de laatste weg en hij kwam uit zijn behandelkamer. Hij keek me aan en zei: “Komt u voor mij?” Ik herkende hem bijna niet. Hij droeg een witte jas en had zijn haar samengebonden onder een kapje. Hij heeft me uiteindelijk naar volle tevredenheid behandeld. Daarna werden we vrienden. Zo begonnen we samen op te trekken. We maakten kennis met twee broers: Roes en Iljas Tjoerin, zij hadden de eerste club voor motorliefhebbers in Moskou: Black Aces. Chirurg ging ook met hen om, maar al snel scheidden zich hun wegen.’
Werd er vaak gevochten?
‘De meeste gevechten waren met de ‘ljoebertsy’. Ze hadden het speciaal voorzien op Sasja. Na een concert liepen er altijd twee van ons met hem mee omdat de ‘ljoebertsy’ hadden gezworen hem te pakken te krijgen. Ook met de politie was het steeds weer raak. Een keer hadden vier agenten me zo hard geslagen dat ik in coma in het ziekenhuis terechtkwam. Er werd een proces-verbaal tegen me opgemaakt – terwijl ik werkelijk niets gedaan had - en mijn vader kwam extra uit Rostov. Ik werd wakker uit mijn coma en hij vroeg me: “Is het waar wat mijn collega's me over jou hebben verteld?” Ik zei tegen hem: “Papa, wie geloof je, mij of hen?” Hij vertrok en stierf kort daarna. Zo heb ik mijn vader verloren. Als slachtoffer van het Sovjetregime had ik in 1989 de kans om naar Amerika te gaan. Maar uiteindelijk heb ik dat toch niet gedaan. En dat is maar goed ook, want dan was ik nu dood geweest of had daar nog steeds in de gevangenis gezeten.‘
‘Ljoebertsý’ of ‘ljoeberá’ was de naam voor een subcultuur die bestond uit nationalistische jongeren uit de gelijknamige buitenwijk van Moskou. Ze dronken geen alcohol en rookten niet. Hun vrije tijd besteden ze aan gewichtheffen en vechtsporten. ‘Ljoebertsy’ droegen ruime kleding en geruite petjes. Ze luisterden naar popmuziek en haatten ‘neformaly’ - metalheads, punks en hippies - op wie ze jacht maakten. In de jaren tachtig kon de beweging zich uitbreiden naar andere steden door aandacht in de Sovjetmedia. Een deel van de ‘ljoebertsy’ stapte aan het begin van de jaren negentig over naar de georganiseerde misdaad waarna de subcultuur verdween.
En hoe kwam chirurg in Duitsland terecht?
‘Rond die tijd verscheen Petra Hall, een Duitse journaliste en fotografe, in Moskou. Ze raakte erg op Sasja gesteld en begon hem te promoten in het Westen. Hij was er daardoor eerder dan ik. In West-Berlijn ontmoette hij toen Sascha Disselkamp, een Duitse motorrijder en nog steeds de eigenaar van de punkclub Sexton. Chirurg begon daar voor hem te werken. Hij trouwde er zelfs. Met de dochter van de toenmalige directeur van de Mercedesfabriek in Stuttgart.’
En jij ging met hem mee?
‘Ik reisde vaak naar Denemarken en onderweg bleef ik wel eens overnachten bij Disselkamp. Samen met Sasja-chirurg. Ik hielp dan ook een beetje met zijn club. In Kopenhagen heb ik toen kennisgemaakt met Deense Hells Angels. Een paar punks brachten me naar de American MC Shop, vlakbij het een begraafplaats waar het graf van Hans Christian Andersen staat. Die punks gingen naar hun kraakpand en ik bleef wachten tot de winkel open zou gaan. Daar stonden zes splinternieuwe Harleys in de etalage. Dat was ongelooflijk, voor mij waren dat ruimteschepen. Ik kende alleen de oeroude militaire Harleys – zonder schokdempers - die tijdens de oorlog door de Amerikanen als landlease naar de Sovjet-Unie waren gestuurd. Mijn hele achterwerk heb ik op die dingen kapotgereden.’
En hoe reageerden de Denen op je?
‘In mijn kozakkenmuts met een lange leren jas aan zei ik in gebrekkig Engels: “Hi guys, ik ben een motorrijder uit de Sovjet-Unie en heb die en die onderdelen nodig.” Ze reageerden met desinteresse en zeiden: “In de VS heb je daar toch meer dan genoeg van?” Ze dachten dat ik een Amerikaan was die een geintje maakte. Dat hadden ze al eens eerder meegemaakt. Toen ik mijn rode paspoort liet zien, gingen ze als gekken heen en weer rennen en bellen. Uiteindelijk kwamen de eigenaren van die winkel opdagen. Dat waren drie van die reusachtige langharige Vikings, de eerste Hells Angels waar ik kennis mee maakte. En ik was voor hen de eerste motorrijder uit de Sovjet-Unie. Ze namen me mee naar hun club. Daar ging een wereld voor me open.’
En terug in Moskou ontstonden toen de eerste motorclubs?
‘De Tjoerin-broers kregen ruzie en Black Aces lag op zijn gat. Zo ontstonden in 1989 uit de resten en een groep nieuwkomers twee kampen. Eén rond Sasja-chirurg van een man of zes. Serieuze gasten, bodybuilders. Ze luisterden alleen naar heavy metal. Ik vormde het andere kamp met een man of twaalf. Bij ons was het anarchie, punk, motors en lol trappen. Zo hebben we Cossacks MC opgericht. Iemand stelde de naam ‘flying dicks’ voor, maar ik wilde iets echt Russisch. Ik kom uit het gebied van de Don, mijn voorouders zijn kozakken. Bovendien kon ik me niet voorstellen met de benaming ‘vliegende lul’ op mijn rug getatoeëerd oud te worden. (lacht) We hadden vaandels en badges laten maken met de naam Cossacks MC bij zo’n naaiatelier waar van die oude dametjes werkten. Onze eerste gezamenlijke motortocht ging naar een groot concert. Op een of andere manier hadden de mensen er lucht van gekregen. Er stond een enthousiaste menigte op ons te wachten die ons feliciteerde als eerste MC op Sovjetbodem. Dat was heel gaaf. Alleen Sasja was er niet blij mee. Hij kwam naar me toe en zei alleen maar: “Waar was dat nou weer voor nodig?”’
En een dag later had hij de Night Wolves MC opgericht?
‘(lacht) Nee, dat duurde een maand of drie. Sasja was beledigd omdat hij dat niet als eerste had bedacht. Sinds die tijd bekoelde onze vriendschap, hoewel ik hem nog jarenlang heb geholpen. Vijfendertig jaar later klinkt dat belachelijk, maar het was zo. In 1990 vierden we ons eerste jaar van bestaan. Daar hadden we natuurlijk ook Night Wolves uitgenodigd. Er was een enorme schaarste aan levensmiddelen. Bij ons stond op tafel alles: wodka, champagne, kaviaar. Er waren verschillende rockbands die optraden.’
Waar verdiende Cossacks MC in een jaar tijd zoveel geld om dat allemaal te bekostigen?
‘Wat denk je dat we deden? (lacht) Op dat moment van een totaal tekort aan alles was het mogelijk binnen een heel korte tijd enorm veel geld te verdienen met illegale zaakjes. Dat is alles wat ik je erover kan vertellen.’
Maar toch wilde je terug naar Rostov?
‘Toen ik erachter kwam dat ik om een bar te openen aan iedereen enorme steekpenningen moest geven zeker. Ik realiseerde me dat er in Moskou niets te halen viel. Samen met een streekgenoot keerde ik terug naar Rostov. Daar ontwikkelde ik onze Cossacks MC. Het was een mooie tijd en ik was blij met mijn beslissing. Ik organiseerde regelmatig motorshows en deed goede zaken. Later ging ik naar de Hells Angels als prospect, een stap onder member. Vijf of zes jaar was ik bij hen.’
Hoe kon Night Wolves MC alle andere clubs verdringen?
‘Hoe kom je daarbij? In Rusland hebben de Hells Angels tegenwoordig acht chapters. Alleen al hun supportersclub Red and White Army is veel groter dan die overheidsinstelling van Sasja. Er zijn veel ex-leden van de Night Wolves bij. Toen ze zich realiseerden wat Sasja met hun club had gedaan, zijn ze allemaal overgestapt. Sasja sloot een deal met de staat. Tegen een royale vergoeding werd hij ingehuurd voor overheidsactiviteiten. De club ontvangt regelmatig miljoenen roebels. Maar dat betekent niet dat andere clubs verdwenen zijn. Cossacks MC vierde onlangs zijn 35-jarig bestaan.’
Wanneer heb je voor het laatst met ‘chirurg’ gesproken?
‘Dat was rond 2000. Ik kwam naar Moskou om afspraken te maken met muzikanten om op te treden op onze bikeshow. Een mannetje van ‘chirurg’ herkende me en belde hem op. Er kwam een jeep voorrijden waar een paar gasten uitstapten die me dringend verzochten mee te rijden. Eenmaal in de auto, sloeg een van hen me in mijn gezicht en brak mijn neus. Toen ze aankwamen vroeg ik ‘chirurg’: "Sasja, waarom?" Hij zei dat die gast me zeker voor iemand anders had aangezien. Maar hij verontschuldigde zich niet. Hij kwam met een voorstel voor een bikeshow die door het hele land zou reizen – een soort van circusgebeuren. Sasja-chirurg zei dat hij me daarvoor nodig had in het zuiden van Rusland. Ik ging terug naar Rostov en een week later kreeg ik een telefoontje van een van de mannen die net uit Night Wolves waren gestapt. Hij vertelde me over wat er gebeurd was. Ik verzekerde hem mijn steun en vloog de volgende dag al naar Moskou. Dat project van chirurg liep dus op niets uit. Hij wilde de grote leider van de enige Russische motorclub zijn, maar het pakte anders uit.’
Waarom wilde hij de Hells Angels in 2015 laten verbieden?
‘Omdat ze een alternatief vormen voor Night Wolves. In een interview zei Sasja: "We leefden goed en toen verschenen ineens de Hells Angels in Rusland!" Maar zijn oproep tot een verbod werkte niet. Bij de Russische Hells Angels zitten invloedrijke mensen, militairen en ex-militairen die zaken doen. We hebben ook Outlaws, Bandidos en Mongols en vele onderafdelingen van andere internationale clubs. En er zijn ook Russische clubs. Zoals Black Smith en Last Rebels. Zij kunnen met gemak concurreren met de Night Wolves.’
In Nederland zijn alle 1%MC’s de afgelopen jaren verboden vanwege criminele activiteiten. Waarom is dat in Rusland niet het geval?
‘In Rusland bestaan mensen die veel crimineler zijn dan motorrijders. Mensen die militaire onderscheidingen dragen, generaals die miljarden stelen... Als het om criminaliteit gaat, spelen motorrijders hier een ondergeschikte rol.’
Heb je nooit gedacht: Had ik de motor maar aan de wilgen gehangen, was ik maar boekhouder geworden dan was ik nu gepensioneerd en zou met de kleinkinderen kunnen wandelen?
‘Ik heb inmiddels alle clubs verlaten en leef nu al vier jaar praktisch alleen onder vrij moeilijke omstandigheden in mijn huis aan de rand van Rostov. Ik heb veel nagedacht. Het leven van een motorrijder is iets speciaals. Motorrijders zijn vrije mensen. Ondanks alles wat me is overkomen, zou ik het weer precies zo doen.’
Reactie plaatsen
Reacties